Nationaal Mantelzorgonderzoek: De verschillen tussen provincies

In Nederland zijn er ruim 5,5 miljoen mantelzorgers die verspreid door het land wonen. Een aantal van deze mantelzorgers nam deel aan het Nationaal Mantelzorgonderzoek 2021. De resultaten van dit onderzoek lieten opvallende verschillen zien tussen de 12 provincies. In dit artikel zetten wij een aantal van deze opvallende verschillen voor u op een rijtje, leest u mee?

Handen uit de mouwen

Mensen uit de randstad worden vaak gezien als echte doorpakkers, die graag de handen uit de mouwen steken. Maar deze harde werkethiek is ook terug te zien in het oosten van ons land. Resultaten uit het onderzoek lieten namelijk zien dat het aantal uren dat mantelzorgers kwijt zijn aan zorg, naar verhouding het hoogst is in de provincies Drenthe, Limburg en Overijssel (gemiddeld meer dan 36 uur!). Ook het aantal respondenten dat aangegeven heeft naast zijn of haar taak als mantelzorger nog te werken (fulltime, parttime of als ZZP'er), ligt naar verhouding het hoogst in de provincies Groningen (62%), Flevoland (59%) en Friesland (48%).

'Ons bin zuunig'

Zeeuwen zijn zuinig, een welkbekend stereotype. Maar in hoeverre klopt dit beeld? Wij vroegen mantelzorgers of zij bereid zijn om te betalen voor mantelzorgondersteuning. En wat denkt u? Ruim 55% van de respondenten uit Zeeland antwoordde hier volmondig 'ja' op. Ook mantelzorgers uit Noord-Holland (51%) en Limburg (52,5%) geven aan bereid te zijn om te betalen voor extra ondersteuning.  Landelijk gezien ligt dit percentage gemiddeld rond de 45%.

Verbonden in zorg

Naast de verschillen tussen provincies, zien we ook een aantal overeenkomsten. Wat alle mantelzorgers namelijk verbindt, is de liefde en zorg voor een ander. Deze zorg bestaat in vrijwel iedere provincie uit ondersteuning aan een ouder (49,3%) of voor een partner (25,3%). Ook de woonsituatie van mantelzorgers komt vrijwel overeen. Zo is gemiddeld 53,6% van de mantelzorgers gehuwd of samenwonend zonder (thuiswonende) kinderen. Daarnaast bestaat een ruime meerderheid van de mantelzorgers uit vrouwen, gemiddeld zo'n 75%.